Verricht iemand als gastouder werkzaamheden gedurende meer dan 20 jaar? En heeft die gastouder meerdere kinderen van meerdere gastouders opgevangen en een bruto-omzet van circa € 15.000 per jaar? Dan kwalificeert die persoon als ondernemer voor de inkomstenbelasting.

Een vrouw verrichtte vanaf 1990 werkzaamheden als gastouder en stond ingeschreven in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterzalen. Ook was zij ingeschreven als gastouder bij de Kamer van Koophandel. Met de opvang van meerdere kinderen behaalde de vrouw over een reeks van jaren circa € 15.000 omzet per jaar. In geschil bij Rechtbank Den Haag was of de vrouw ondernemer was en of de vrouw voldeed aan het urencriterium.

Financiële risico’s

De rechtbank oordeelde dat de vrouw kwalificeerde als ondernemer. Zij vond van belang dat de vrouw de werkzaamheden al vanaf 1990 verrichtte en dit op meerdere dagen per week deed. De gastouder had bovendien overeenkomsten gesloten voor de opvang van acht kinderen met zes vraagouders. Over een reeks van jaren, genoot de vrouw als gastouder een bruto bate van ongeveer € 15.000 per jaar met die opvang. Ook vond de rechtbank relevant dat de vrouw een aantal financiële risico’s kon lopen, zoals gastouders die niet betaalden, inkomensrisico bij ziekte, vakanties en omzetverlies vanwege opzeggingen door vraagouders. De inspecteur voerde ook nog aan dat de vrouw onvoldoende zelfstandigheid bezat vanwege de rol van de bemiddelingsbureaus. De rechtbank verwierp dit verweer. De vrouw was nagenoeg geheel zelfstandig en was niet onderworpen aan strakke regels, controle en toezicht van de gastouderbureaus. De onderneemster sloot zelf overeenkomsten met de vraagouders en had de vrijheid om te bepalen hoeveel uur zij werkte en wanneer zij werkte. Aan de geringe omvang van de investeringen kwam geen betekenis toe, dat was inherent aan de aard van de activiteiten, kinderopvang op het woonadres van de vrouw. De rechtbank vond ook de tijdsbesteding van 1.599 uur geloofwaardig. Dit was gebaseerd op een opvang gedurende gemiddeld 3,8 dagen per week, 7,3 uur per dag en 49 weken per jaar, waardoor de vrouw ook aan het urencriterium voldeed en recht had op zelfstandigenaftrek.

 

Wet: Art. 3.4 en 3.6 Wet IB 2001

Meer informatie: Rechtbank Den Haag 29 december 2017 (gepubliceerd op 4 januari 2018), ECLI:NL:RBDHA:2017:15433

Bron: Taxence, fiscaal nieuws voor professionals, door Michel Halters


De rook van de vuurpijlen is net opgetrokken. Hier en daar klinkt nog een verdwaalde knal en dat zal nog wel even duren. Het nieuwe fiscale jaar belooft namelijk het nodige vuurwerk voor de belastingadviseur. Nieuwe wetgeving, maar ook oude vertrouwde punten vragen dringend aandacht. Eén daarvan is de rekening-courant (rc) van de directeur-grootaandeelhouder (dga).

Belastingdienst bord

Grijs gebied

Via een rekening-courant worden kleine, tijdelijke bedragen over en weer geboekt tussen de aandeelhouder en zijn vennootschap. Deze bedragen kunnen onopgemerkt flink oplopen. En dat is spelen met vuur. U kent vast wel iemand die de kans loopt zijn vingers te branden. Om dit te voorkomen moet er worden gehandeld onder voorwaarden zoals onafhankelijke derden in het economische verkeer ook zouden doen, het at arm’s length-beginsel.

Het is duidelijk dat een zakelijke rente moet worden afgesproken. Toch blijft dit een grijs gebied. De staatssecretaris heeft goedgekeurd dat bij een kleine rekening-courant verhouding geen rente berekend hoeft te worden. Het saldo komt dan het hele jaar niet boven de € 17.500,-. Voordeel voor de dga is dat hij geen belaste rente-inkomsten in box 1 hoeft aan te geven. De BV mag dan vanzelfsprekend de rentekosten niet aftrekken. Een praktische regeling, maar discutabel. Zakelijkheid is tenslotte een speerpunt van de belastingdienst. Ik ken geen bank of persoon die mij een tijdje zeventienduizend euro leent zonder dat hij daar iets aan wil verdienen. Sommigen berekenen geen rente wanneer het rekening-courantsaldo aan het begin en eind van het jaar lager is dan € 17.500,-, terwijl het gedurende het jaar wel tijdelijk hoger was. In dit geval geldt de goedkeuring niet en is het berekenen van rente verplicht.

Terug naar de hoogopgelopen rekening-couranten. In Nederland gaat het om een gigantisch bedrag, met een geschatte omvang van circa tien miljard euro. Bij een gebruteerd ab-tarief van 25% kan de belastingdienst een klapper van ruim drie miljard maken. Het gerucht gaat dat de belastingdienst zijn vuurpijlen zal richten op dga’s die onvoldoende middelen hebben om de schuld af te lossen. De eerste pijlen worden afgeschoten op de grotere vissen. Daarna komen de iets minder grote vissen aan de beurt en zo verder. Of de geruchten waar zijn, is afwachten. Maar waar rook is, is vuur.

Risico´s

Hoe hoog de rekening-courant mag zijn, is onder andere afhankelijk van het salaris van de dga. In het economische verkeer is de maximale leencapaciteit immers afhankelijk van het inkomen. Overwaarde van de woning of andere panden wordt mogelijk als zekerheid geaccepteerd. Maar hopelijk heeft de dga meer financiële ijzers in het vuur, zoals beschikbare liquiditeiten of zekerheden die gesteld kunnen worden.

Het is verstandig om na te gaan of er nog voldoende dekking in privé is. Durft uw adviseur voor u de hand in het vuur te steken? Zorg dat de belastingdienst niet tot het uiterste kan gaan en uw financiële dromen als een rotje uiteenspatten. De inspecteur kan namelijk stellen dat sprake is van een uitdeling, kan een gedeeltelijke aflossing eisen of een veronderstelde kwijtschelding aannemen. Voorkom een navordering met als klap op de vuurpijl een vette boete. Een faillissement van u ligt dan mogelijk op de loer. Ga op tijd in gesprek voor een passende oplossing. Bovendien kan nu aflossen door dividend uit te keren tegen 25% fiscaal gunstiger zijn dan later tegen 28,5%.

 

bron: https://www2.nextens.nl/columns/belastingdienst-richt-pijlen-op-rekening-courant


Marjo Jacobs november 7, 2017

Wie als erfgenaam beneficiair aanvaardt, moet goed controleren of er geen oude dwangbevelen zijn in verband met aansprakelijkheid van de erflater. Ondanks het feit dat tegenwoordig de verjaring van belastingschulden op andere manieren wordt gestuit, kan het oude dwangbevel zijn werk hebben gedaan. De belastingschuld is dan niet verjaard zodat de erfgenaam ermee wordt geconfronteerd!

Een man was bestuurder van een B.V. waarin zijn vrouw alle aandelen hield. De fiscus stelde de man aansprakelijk voor de naheffingsaanslagen loonheffingen en omzetbelasting van die B.V. De bestuurder ging in bezwaar en beroep tegen de aansprakelijkstelling. Deze beroepsprocedure duurde jaren en tegen de tijd dat de belastingrechter de laatste uitspraak deed, was de man al overleden. Zijn erfgenamen stelden vervolgens dat de belasting- en aansprakelijkheidsschulden waren verjaard. Het geschil kwam voor Hof Arnhem-Leeuwarden. Het  hof constateerde dat de ontvanger in de jaren 2002, 2006 en 2007 dwangbevelen had betekend om de verjaring van zijn claim te stuiten. Sinds 1 juli 2009 gelden andere regels voor stuiting, maar op grond van overgangsrecht golden die regels in dit geval pas per 1 januari 2011. Bovendien had de ontvanger naderhand nog enkele mededelingen gedaan waarin hij zijn recht op betaling voorbehield. Onder deze omstandigheden viel niet te zeggen dat de ontvanger op onjuiste wijze de verjaring had gestuit. Hij kon dus nog steeds de belastingschulden vorderen van de erfgenamen.

Wet: artikel 27 IW, artikel III Vierde tranche Awb en artikel XXIII Wet OFM 2011

Meer informatie: Arnhem-Leeuwarden 31 oktober 2017 (gepubliceerd 6 november 2017), ECLI:NL:GHARL:2017:9355

Bron: Taxence, fiscaal nieuws voor professionals, 7 november 2017


Heeft u een brief ontvangen over de machtiging voor Serviceberichten Aanslag? En staat hierin niet de juiste naam van uw intermediair? De Belastingdienst geeft aan dat hier fouten mee zijn gemaakt en biedt daarvoor haar excuses aan.

Door een verstoring staat in 774 brieven aan burgers en bedrijven die gebruik maken van de diensten van een intermediair een andere naam dan die van de eigen intermediair. De Belastingdienst stuurt op korte termijn een nieuwe registratiebrief met uitleg.

Uw klant hoeft niets te doen. De Belastingdienst maakt excuses voor het ongemak.

Bron: Forum Fiscaal Dienstverleners 14 september 2017


 

Hier ga ik mijn zuurverdiende bruto-inkomen niet aan uitgeven’

Janneke uit Capelle aan den IJssel zegde vorig jaar geleden al haar abonnement bij De Belastingdienst op. “Goedkoop is het natuurlijk nooit geweest, maar je had vroeger tenminste nog het idee dat je er iets moois voor terug kreeg. Zoals kinderopvangtoeslag of een goed functionerende samenleving. Maar toen ik zag wat voor afvloeingsregeling ze voor zichzelf hadden verzonnen was voor mij de maat vol. Daar ga ik mijn zuurverdiende bruto-inkomen niet aan uitgeven.”

Ook Herman uit Schiedam (niet zijn echte naam) is geen klant meer bij de Belastingdienst. Hij is niet overgestapt naar een andere belastingdienst maar besloot helemaal te stoppen met zijn belastingverplichtingen: “Ach nee joh, alsof ze het bij een andere belastingdienst beter voor elkaar hebben. Al die fiscussen zijn een pot nat. Dan geef ik mijn geld liever uit aan iets anders, zoals leuke dingen.”

Bron: De Speld: 19 augustus 2017 door 

Voor wie De speld niet kent: Het is een satirisch online magazine (red)


Wilt u voor belastingjaar 2015 aangemerkt worden als kwalificerend buitenlands belastingplichtige? En heeft u nog geen inkomensverklaring opgestuurd? Dan ontvangt u binnenkort een brief van de Belastingdienst.

In de brief, die deze week wordt verstuurd, vraagt de Belastingdienst de belastingplichtige om de inkomensverklaring alsnog binnen 8 weken na de ontvangst van de brief op te sturen als hij aangemerkt wil worden als kwalificerend buitenlands belastingplichtige.

Als de Belastingdienst de inkomensverklaring niet ontvangt, zal de aangifte inkomstenbelasting 2015 gecorrigeerd worden. Immers, als de belastingplichtige geen kwalificerend buitenlands belastingplichtige is, heeft hij geen recht op dezelfde aftrekposten en heffingskortingen als een inwoner van Nederland.

Bron: Belastingdienst forum fiscaal dienstverleners 13 april 2017


Het Register Belastingadviseurs (RB) heeft dinsdag 11 april 2017 met de Vereniging van Hoge ambtenaren bij het Ministerie van Financiën (VHMF) een gezamenlijke oproep verzonden aan de informateur voor het te vormen kabinet. Hierin roepen belastingadviseurs en belastinginspecteurs vanuit een gedeeld belang op tot verbetering van de belastingheffing en versterking van de Belastingdienst.

RB-voorzitter Wil Vennix: “Gebroederlijk maken inspecteurs én adviseurs zich zorgen over de staat van onze belastingwetgeving en ons heffingssysteem. Vereenvoudiging en minder instrumentalisme is echt hoognodig. Tevens bepleiten RB en VHMF maatregelen tot versterking van de Belastingdienst. Een goed functionerende Belastingdienst is namelijk voor iedereen cruciaal, ook voor ondernemers en hun adviseurs. Naar verwachting vinden wij bij de architecten van het nieuwe kabinet een willig oor voor onze oproep, aangezien deze zaken in de meeste partijprogramma’s als primaire aandachtspunten zijn vermeld.”

Bron: Register Belastingadviseurs 12 april 2017


Wanneer een belastingplichtige op basis van foutieve informatie verkregen via de BelastingTelefoon de aangifte te goeder trouw invult, is een boete niet aan de orde. De inspecteur zal bij het beoordelen van de aangifte deze fout wel corrigeren zodat een juiste aanslag wordt opgelegd.

Dit zegt staatssecretaris Wiebes in een Kamerbrief van 29 maart op een vraag naar aanleiding van het onderzoek dat de Consumentenbond heeft uitgevoerd bij de BelastingTelefoon.

Hiermee is geen sprake van gewijzigd beleid: een foute aangifte wordt door de Belastingdienst altijd al gecorrigeerd waarna er een juiste aanslag wordt opgelegd.

De staatssecretaris voert het komende halfjaar een aantal verbetermaatregelen uit bij de BelastingTelefoon, waarover hij aan de Tweede Kamer zal rapporteren.

Bron: Belastingdienst forum fiscaal dienstverleners 11 april 2017